Tonja Elbers in de Telegraaf


Interview Tonja Elbers Tonja Elbers interview in de TelegraafTonja Elbers - Niet voor softies In dit kinderboek beschrijft ze wat er gebeurt wanneer bij de jonge paardenfan Sanne een tumor in haar hersenstam wordt ontdekt. Een mooi verhaal over het ziekenhuisleven, steun én pesterijen van klasgenootjes, het moeizaam accepteren van een scheve mond, een scheel oog, de streken van een stoute hond en het uitdelen van hersentumorkoekjes in de klas. Bovenal is het een boek vol kleine overwinningen. Zoals Tonja die zelf ook boekte en nog altijd boekt, aangezien haar tumor niet helemaal te verwijderen is. Het relaas van Sanne uit het boek, dat op 19 maart verschijnt, is de ’Disney-versie’ van haar levensverhaal. „Het vele verdriet dat ik heb gehad omdat volwassenen en andere kinderen de confrontatie met mij niet aankonden, heb ik weggelaten. Dat is ongezellig, dan gaan kinderen het niet lezen en dan leren ze er ook niet van’’, zegt ze stellig. Haar leven is in te delen in voor en na de ontdekking van haar tumor. En nu ook in voor en na haar boek. Op haar negentiende werd ze na een bloeding in haar hersentumor slechthorend, haar moeder overleed aan darmkanker en Tonja moest haar werk in het ziekenhuis opgeven. „Ik had zoveel tegenslagen gehad. Het was het moment waarop ik realiseerde dat alles wat in mij zit er in deze maatschappij nooit uit zal komen. Toen besloot ik te gaan schrijven. Om meer begrip te krijgen. En om hopelijk niet meer afhankelijk te zijn van belastinggeld. Want dat ik naar het UWV moet voor een uitkering is een hele grote frustratie.” Ze begon met pen en papier in een collegeblok en later op de computer van haar vader. „Ik ontdekte: ik kan iets! Ik kan schrijven, heb fantasie en ik kan mijn humor gebruiken in de teksten. Dat heeft heel veel gedaan voor mijn zelfacceptatie. De buitenwereld laat mij altijd merken: jij leeft op een andere planeet, wij hebben niks gemeen omdat jij je handicaps hebt. Mij wordt nooit de weg gevraagd, bij gesprekken word ik niet betrokken. Ik vind dat niet erg meer, maar zo is het wel. Ik word vaak genegeerd, maar straks kan niemand meer om me heen want ik heb mooi een boek geschreven.” Sterker nog: ze is al met een tweede roman bezig, voor volwassenen deze keer. Ze schrijft daarin over haar worsteling met haar beperkingen, al weet ze dat iedereen die heeft. Tonja ziet tegelijk de waardevolle aspecten van haar ziekte. Zo kijkt ze met verwondering naar de ’onzin’ waarmee haar vriendinnen zich bezig houden. „Geen friet-voor-de-gezelligheid eten bijvoorbeeld. Of je hele leven indelen naar hoe je bij anderen overkomt. Daar doe ik niet aan mee.” In afwachting van een nieuwe uitdaging (,,Heeft er nog iemand werk voor me?”) gaat ze vrijwilligerswerk doen met demente bejaarden. Samen met vriend Dirk, die ze ontmoette op een singlereis, Een avontuur dat ze pas nadat ze haar schrijftalent ontdekte, aandurfde. En jazeker, droomt ze van een verfilming of toneelbewerking van Niet voor softies! . Met een quasi-vies gezicht: „Maar geen musical, hoor.”